Matthew Paris
Engels monnik, historicus en boekverluchter. Geboren ca 1200. Overleden in 1259. Tijdgenoot van William de Brailes.
Matthew Paris hield 42 jaar lang de kronieken bij van de abdij van St. Albans en heeft ook zijn eigen kronieken geschreven en verlucht.
Hij kiest zijn onderwerpen met een scherp gevoel voor sensatie en schilderachtigheid en illustreert ze in de rand met kleine, gewassen tekeningen, zo nu en dan afgewisseld met een tekening op groter formaat.
Matthew Paris heeft ook heiligenlevens gekopieerd en verlucht. Zo is het Leven van St. Alban van zijn hand en een kroongetuige voor zijn stijl. Karakteristiek zijn de geronde omtrekken van de personages en hun levendige gelaatsuitdrukking.
De Chronica Majora (waaronder begrepen de Historia Anglorum), thans verdeeld over het Corpus Christi College in Cambridge en de British Library in Londen, is het belangrijkste werk van Matthew Paris. Op folio 6 tekent Paris de Maagd en het Kind met knielend aan hun voeten een afbeelding van zichzelf, voorzien van de tekst: “Frater Mathias Parisiensis”.
Overigens is Rickert 1954, p. 119 van mening dat Paris bij de verluchting van dit handschrift werd geassisteerd door twee medewerkers. Een van hen zou verantwoordelijk zijn voor de tekening op folio f. 218v waar we Matthew Paris op zijn sterfbed zien, zijn elleboog rustend op een boek met de inscriptie: “Liber Chronicorum Mathei parisiensis”, vergezeld van de tekst: “hic obit matheus parisiensis”.
De datering van het laatste item van de hand van Paris zelf in de Historia is 1259, welk jaartal dan ook wordt aangemerkt als zijn sterfjaar.
In totaal 12 werken worden thans (2009) aan Paris toegeschreven.
De talenten van Paris als geschiedschrijver, chroniqueur en kunstenaar werden wijd en zijd erkend.
Navolgers van een volgende generatie treffen we aan in een Apocalypse in Malibu (ms Ludwig III 1) en een Leven van Sint Eduard de Belijder (Cambridge, University Library, ms. Ee 3.59), samen te vatten onder de noodnaam Meesters van de Estoire de Seint Aedward le Rei.
Catalogus
Cambridge, Corpus Christi College
Ms 16 Chronica majora (vol. 2; vol 1=Corpus Christi College ms 26; vol. 3=British Library ms royal 14 c vii), Engeland, St Albans, 1250-1259
literatuur:
- James 1912 (2), I, p. 54-58
- Morgan 1982-1988, nr. 88
- Lewis 1987
- Robinson 1988, nr. 125, pl. 106
- Kauffmann 2003, p. 182
- Cambridge 2005, nr. 114, p. 252-254
Ms 26 Chronica majora (vol. 1; vol 2=Corpus Christi College ms 16; vol. 3=British Library ms royal 14 c vii), Engeland, St Albans, 1250-1259
literatuur:
- James 1912 (2), I, p. 50-53
- Morgan 1982-1988, nr. 88
- Lewis 1987
- Cambridge 2005, p. 252
- Binski 2006
- New York 2009, nr. 41
Dublin, Trinity College
Ms E II 40 Leven van St. Alban
literatuur:
- Marks en Morgan 1981, p. 11-12, nrs. 6-7
Londen, British Library
Ms Royal 14 C VII Chronica majora (vol. 3; vol 1=Corpus Christi College ms 26; vol. 2= Corpus Christi College ms 16) en Historia Anglorum, Engeland, St Albans, 1250-1259
literatuur:
- Rickert 1954, p. 119
- Lewis 1987
- Backhouse 1997, nrs. 59, 60
- Cambridge 2005, nr. 114, p. 252
Malibu, J. Paul Getty Museum
Ms Ludwig III 1 Apokalypse, St. Albans, ca 1250 (mogelijke betrokkenheid van Matthew Paris)
literatuur:
- Von Euw & Plotzek 1979-1985, Band 1, nr. III 1
Oxford, Bodleian Library
Ms Ashmole 304 (25168) fortune-telling tracts, St Albans, ca 1240
literatuur:
- Brussel 1973, nr. 47
Literatuur
- James 1912 (2), I, p. 50-53, 54-58
- Millar 1926, p. 65 e.v.
- Rickert 1954, p. 119-120
- Vaughan 1958
- Brussel 1973, nr. 47
- Von Euw & Plotzek 1979-1985, Band 1, nr. III 1
- Marks en Morgan 1981, p. 11-12, nrs. 6-7
- Morgan 1982-1988, nr. 88
- Thomson 1985, p. 2-4
- Lewis 1987
- Robinson 1988, nr. 125, pl. 106
- Backhouse 1997, nrs. 59, 60
- Kauffmann 2003, p. 182
- Cambridge 2005, nr. 114, p. 252-254
- Binski 2006
- New York 2009, nr. 41
Bradley 1887-1889, III, p. 42/45
Thieme-Becker 1907-1950, XXIV, p. 261
D’Ancona & Aeschlimann 1949, p. 147/148