Meester van Den Haag, KB 69 B 10
Master of The Hague, KB 69 B 10 | Maître de La Haye, KB 69 B 10
Noord-Nederlands boekverluchter, rond 1443 werkzaam in Utrecht. Ontleent zijn naam aan de door hem verluchte bijbel die thans onder signatuur 69 B 10 wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. De bijbel dook pas op in 1931 bij een veiling in Berlijn van kunstwerken in het bezit van prins Friedrich Leopold van Preussen. Dit bijzonder fraaie deel van een historiebijbel bevat het Nieuwe Testament met Die Wrake van Jherusalem, voorafgegaan door het boek der Psalmen. De tekst werd in 1443 afgeschreven door Gerard Wesselszoon, een beroepsschrijver uit Deventer, die in die tijd in Utrecht moet hebben gewoond. De Utrechtse herkomst wordt eveneens bevestigd door de vormen van de geschilderde bladranken in de marge alsmede door de typisch Utrechtse penwerkversiering bij de kleinere initialen. De verluchting bestaat uit een kolombrede miniatuur en een gehistorieerde initiaal aan het begin van elk van de hoofdonderdelen; daarnaast zijn er 23 gehistorieerde initialen in de tekst aangebracht. De eerste verluchte bladzijde van het boek valt vooral op door de wat buitenissige mise-en-page. De tekst begint in de linkerkolom met de proloog op de Psalmen, waardoor de inleidende miniatuur, David in gevecht met Goliath, enigszins vreemd onder aan de bladzijde terecht is gekomen. De eigenlijke psalmtekst begint bovenaan de rechterkolom met een gehistorieerde initiaal waarin David, de schepper van de psalmen, harpspelend is weergegeven. Tussen de ranken rond de tekst staan zes wonderlijke figuren, die bovenmatig groot zijn in verhouding tot de rest van de verluchting. In de benedenrand bevinden zich links een muzikant met fluit en trommel, in het midden een aapje, dat aan een blok is vastgebonden en rechts een nar met een zotskolf.
Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, Ms. 69 B 10, f. 9r, 104r
In de rechterrand staan drie dansers, twee mannen met bellen aan hun benen, en een vrouw die een soort ring in haar hand houdt. Recentelijk is deze randversiering geïdentificeerd als een moriskendans, een volksdans waarin verschillende mannen om de gunst van een vrouw werven. Deze sterk pantomimische dans, waarin gewoonlijk ook een trommelende fluitspeler en een nar optreden, was in de vijftiende en zestiende eeuw in West-Europa populair. Het antwoord op de vraag of de figuren verband houden met het begin van de Psalmen of dat zij toch alleen als ‘drôlerieën’ moeten worden beschouwd, staat echter nog open. Byvanck 1943 schreef dit handschrift toe aan de Meester van de Heilige Elisabeth, de schilder van het paneel met dit onderwerp dat onderdeel uitmaakt van de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Door Hoogewerff 1936-1947 was de kunstenaar die 7 miniaturen had uitgevoerd in de Londense bijbel ms add 15.410 geïdentificeerd als deze Meester van de Heilige Elisabeth. De Meester van Den Haag KB 69 B 10 is ook wel eens gelijkgesteld met Meester Azor (Calkins). Beide vereenzelvigingen lijken echter niet erg waarschijnlijk.
Catalogus
Den Haag, Koninklijke Bibliotheek
Ms 69 B 10 historiebijbel (psalter en nieuwe testament), Utrecht, 1443
Literatuur
Hoogewerff 1936-1947, I, p. 498-509
Byvanck 1943, p. 51-52
Den Haag 1962, nr. 4
Brussel 1971, nr. 24, pl. 11
Calkins 1979, p. 43-46
Den Haag 1980, nr. 72
Biemans, 1984, nr. 262
Brandhorst & Broekhuijsen-Kruijer, 1985, nr. 176
Utrecht/New York 1989, p. 142, nr. 43
Den Haag 1994, nr. 11 en afb. p. 39