Meester van het Tweeluik van de Très belles heures de Notre Dame de Bruxelles
naam door samensteller dezes gegeven
Waarschijnlijk Frans boekverluchter en/of paneelschilder, verantwoordelijk voor de verluchting van de twee eerste miniaturen uit de befaamde Très Belles Heures de Notre Dame de Bruxelles. Afgebeeld zijn “links” Jean de Berry met zijn patroonheiligen Johannes de Doper en Andreas, die samen knielen voor de “rechts” afgebeelde Heilige Maagd met het Kind.
Samen met de presentatieminiatuur uit de Chronique de Hainnaut (geschilderd door Rogier van der Weyden) behoren deze miniaturen tot de bekendste uit de toenmalige bibliotheek van Bourgondië.
De beide miniaturen kunnen beschouwd worden als een keerpunt in de geschiedenis van de Franse boekverluchting (Porcher is overigens minder lovend).
De afgebeelde figuren hebben de schaal en het detail van paneelschilderingen, zodanig dat Panofsky (3, p. 47 nt 1) en Delaissé (4, p. 95) hebben gesuggereerd dat beide folio’s oorspronkelijk bedoeld waren om aan de muur te hangen, niet om in een boek te worden opgenomen.
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, ms 11060-11061
f. 10v: Jean de Berry met patroonheiligen Johannes de Doper en Andreas, f. 11r: Heilige Maagd en het Kind
Uit de 2e dedicatie-miniatuur die in dit handschrift is opgenomen (geschilderd door Jacquemart de Hesdin) met precies dezelfde personages en hetzelfde onderwerp maar dan beperkt tot één folio, blijkt echter dat de beide folio’s toch vrij snel na vervaardiging in het handschrift zijn opgenomen. Immers, de miniatuur van De Hesdin is duidelijk geïnspireerd door het “diptiek”.
Beide miniaturen zijn in de oudere literatuur bijv. Fierens-Gevaert 1924, 1927, wel toegeschreven aan Andre Beauneveu en niet zonder grond. Niet alleen de troon maar ook de wijze waarop de Maagd daarop zit, of beter, voor zit, lijkt erg op de tronen en posities van de profeten en apostelen op de miniaturen van de hand van Beauneveu in het Psalter van Jean de Berry.
Desondanks wordt deze toeschrijving in latere literatuur, bijv. Meiss 1967, p. 208, niet meer aanvaard. Naar alle waarschijnlijkheid is sprake van een eenmalig optreden van een artiest die nooit meer als verluchter heeft gewerkt.
Volgens Chatelet 2000 is de artiest naar alle waarschijnlijkheid te identificeren als Jean d’Orléans, hofschilder van Karel V en Karel VI. Totdat hierover consensus bestaat, wordt de huidige noodnaam gehanteerd.
Catalogus
Brussel, Koninklijke Bibliotheek
Ms 11060-11061 Très Belles Heures de Notre Dame de Bruxelles, alleen de twee eerste folio’s door de Meester van Tweeluik van de Très belles heures de Notre Dame de Bruxelles; overige miniaturen en initialen door Jacquemart de Hesdin dan wel Jean Petit, en de Meester van de Brusselse initialen
Literatuur
- Fierens-Gevaert 1924
- Fierens-Gevaert 1927 (1), p. 17-25
- Gaspar & Lyna 1937 (1984), p. 399-409
- Panofsky 1953, p. 42-50
- Delaissé 1959, nrs. 19-20
- Porcher 1959, p. 59-62
- Meiss 1967, p. 202-208
- Thomas 1979, p. nr. 13
- Harthan 1979, nr. 58
- Brussel 1981, nr. 5
- Chatelet 2000, p. 57-60
- Parijs 2004, nr. 45