Jacquemart de Hesdin
Direct link to:
Parijs, Bibliothèque Nationale, Ms Latin 18014 Petites Heures van Jean de Berry
Vlaams boekverluchter, mogelijk geboren in Hesdin, Artois, destijds onderdeel van het Bourgondische rijk, werkzaam tussen 1384 en 1413. Waarschijnlijk geboren voor 1365 en overleden (kort) na 1413.
Jacquemart de Hesdin werkte vanaf 1384 in dienst van Jean de Berry in Bourges en Poitiers. Inventarissen van Berry bevestigen De Hesdins medewerking aan een paar getijdenboeken, maar zijn tussenkomst in de bewaarde exemplaren blijft omstreden. Wel kan met grote zekerheid een grote miniatuur afkomstig uit een gebedenboek met een kruisdraging aan hem worden toegeschreven.
Deze losse miniatuur is de enige van 17 bladvullende miniaturen uit de Grandes Heures de Berry die bewaard is gebleven. Als voorstudie van deze scene kan een kruisdraging in de Très Belles Heures de Notre Dame de Bruxelles worden beschouwd, hetgeen mede een aanwijzing is voor de medewerking van de Hesdin aan dit getijdenboek voor De Berry.
Parijs, Musée du Louvre, RF 2835: Kruisdraging door Jacquemart de Hesdin
In beide gevallen is de afbeelding geïnspireerd door werk van de Italiaanse kunstenaar Simone Martini. De Italiaanse theatrale emotionaliteit is echter vervangen door een ruimtelijke werking, realistische inslag en een beheersing die in de gelijknamige compositie van Martini enigszins worden gemist.
De Italiaanse invloeden in het werk van Jacquemart de Hesdin kunnen wellicht verklaard worden doordat De Hesdin zijn mecenas Jean de Berry vergezelde op een aantal reizen naar Avignon, waar aan het pauselijke hof een aantal kunstenaars uit Italië werkzaam was.
Chatelet 2000 heeft het idee geopperd dat de miniaturen in de Très Belles Heures de Notre Dame de Bruxelles niet het werk van De Hesdin zouden zijn, maar van de hand van diens schoonzoon Jean Petit stammen (zie verder aldaar, ook voor meer afbeeldingen). Waarschijnlijker is echter dat een naaste medewerker van De Hesdin, de zogenoemde Pseudo-Jacquemart de Hesdin, deze schoonzoon Jean Petit is. De Hesdin werkte samen met de Pseudo-Jacquemart en de Meester van de Triniteit aan een aantal handschriften: de Petites Heures de Jean de Berry (Parijs, BNF, ms lat 18014), het Psalter van Jean de Berry (Parijs, BNF, ms fr 13091), terwijl we ook in de Grandes Heures en de Vaticaanse Bijbel (ms vat lat 50-51) combinaties van deze kunstenaars tegenkomen.
Afgezien van een enkele initiaal in de Petites heures en een rand in de Vaticaanse bijbel, beperkt Jacquemart zich steeds tot het schilderen van de grotere miniaturen, die dan vaak ook nog eens zodanig op paneelschilderingen lijken dat Meiss 1967, p. 228 de mogelijkheid overweegt dat Jacquemart in hoofdzaak paneelschilder was. De Hesdin blonk uit in de weergave van landschappen, die op haast iedere miniatuur in de Très belles heures de Notre Dame de Bruxelles een hoogtepunt vormen. Intrigerend is ook een schetsboek met modellen, bewaard in de Pierpont Morgan Library (Ms M 346 en 346A), welk schetsboek De Hesdin erfde van de verluchter Jean le Noir en waaraan hij enkele schetsen toevoegde, waaronder een portret van Jean de Berry.
De Meester van het Breviarium van Jean sans Peur is een van de navolgers van Jacquemart de Hesdin. Vergelijk bijv. diens Kruisiging uit het naamgevend breviarium met de Kruising uit de Très belles heures.
Parijs, Bibliothèque Nationale, Ms. fr. 13091, f. 117r: David gered van de verdrinkingsdood (detail) door Jacquemart de Hesdin
Catalogus
Baltimore, Walters Art Gallery
Ms W 96 getijdenboek, Parijs, ca 1390 14 grote miniaturen door volgelingen van Jacquemart de Hesdin
literatuur:
- De Ricci 1935-1940, I, nr. 177
- Los Angeles 1953-1954, nr. 48
- Diringer 1958, p. 398
- Baltimore 1962, nr. 43
- Wieck 1988 (2001), nr. 15, kl. pl. 19
- Randall 1989, nr. 76
Boston, Museum of Fine Arts
Ms 43.212 los blad uit getijdenboek met de Aankondiging aan de herders, Parijs, ca. 1400
literatuur:
- www.mfa.org
Ms 43.213 los blad uit getijdenboek met de het Verraad van Jezus, Parijs, ca. 1400
literatuur:
- www.mfa.org
Ms 43.214 los blad uit getijdenboek met de Kruisafneming, Parijs, ca. 1400
literatuur:
- www.mfa.org
Ms 43.215 los blad uit getijdenboek met de Graflegging, Parijs, ca. 1400
literatuur:
- www.mfa.org
Brussel, Koninklijke Bibliotheek
Ms 11060-11061 Très Belles Heures de Notre Dame de Bruxelles, Frankrijk, voor 1402 verluchting door Jacquemart de Hesdin dan wel Jean Petit, de Meester van de Brusselse initialen en de Meester van het Tweeluik van de Très belles heures de Notre Dame de Bruxelles/Jean d’Orléans
literatuur:
- Delisle 1884, p. 105, nr. 22
- Guiffrey 1894-1896, I, p. CLXVI nr. 24; II, p. 132 nr. 1050
- Van den Gheyn 1901 (Catalogue, Tome 1), p. 446, nr. 719
- Parijs 1904, nr. 70
- Fierens-Gevaert 1924
- Fierens-Gevaert 1927 (1), p. 17-25
- Gaspar & Lyna 1937 (1984), p. 399-409
- Panofsky 1953, p. 42-50
- Parijs 1955, nr. 186
- Delaissé 1959, nrs. 19-20 “tweeluik” niet van de hand van De Hesdin
- Wenen 1962, nr. 108
- Meiss 1967
- Thomas 1979, nr. 13, 14
- Harthan 1977, nr. 58
- Brussel 1986, nr. 105
- Bousmanne, Cockshaw, Schmidt et alii 1996
- Chatelet 2000, p. 72-93
- Parijs 2004 (1), nr. 45
Londen, British Library
Ms Harley 4381 Bible historiale (deel 1), Parijs, ca 1403-1404 verluchting door de Meester van Jeanne Ravenelle alias Eerste Meester van de Bible historiale de Jean de Berry, B.N. ms. fr 159: f. 3, 6v, 9, 9v; een volgeling van Jacquemart de Hesdin: f. 1, 3v-5v, 7-8, 10-16; Meester van Vergilius: f. 21v-275
literatuur:
- Delisle 1907, II, p. 225 nr. 11
- Herbert 1911, p. 252
- Meiss 1967, I, p. 189, 265, 298, 310-11, 319, 360, 383 n. 97, II, figs. 617, 622
- Meiss 1974, I, p. 361, 408, 410, 414
- Euw & Plotzek 1982, band 3, nr. XIII 3, p. 236
- Komada 2000, III, nr. 35, p. 756-58
- Rouse & Rouse 2000, I, p. 290, 400 n. 27
- Bovey 2002, p. 26-27, pl. 22
- Lindqvist Sandgren 2002, p. 60-62
Ms Harley 4382 Bible historiale (deel 2), Parijs, ca 1403-1404 verluchting door de Meester van Jeanne Ravenelle alias Eerste Meester van de Bible historiale de Jean de Berry, B.N. ms. fr 159: f. 1; een volgeling van Jacquemart de Hesdin: f. 159-199; de Meester van Vergilius: f. 12-154v, 211-258v
literatuur:
- Delisle 1907, II, p. 225 nr. 11
- Herbert 1911, p. 252
- Meiss 1967, I, p. 189, 265, 298, 310-11, 319, 360, 383 n. 97, II, figs. 617, 622
- Meiss 1974, I, p. 361, 408, 410, 414
- Euw & Plotzek 1982, band 3, nr. XIII 3, p. 236
- Komada 2000, III, nr. 35, p. 756-58
- Rouse & Rouse 2000, I, p. 290, 400 n. 27
- Bovey 2002, p. 26-27, pl. 22
- Lindqvist Sandgren 2002, p. 60-62
Ms Egerton 1070 getijdenboek van René d’Anjou, Parijs, ca 1405-1410, verluchting door Meester van Egerton 1070 en werkplaats: f. 6v-45, 54v-90v, 95-96v, 98-103v, 105-109v; de Meester van Mazarine: f. 91-94v, 111-134v, 140; een volgeling van de Meester van het Parement de Narbonne: f. 97, 97v; een volgeling van Jacquemart de Hesdin: f. 104, 104v; later ca 1435-1445 in de Provence aangevuld met 5 miniaturen door Barthélemy van Eyck, zie ook aldaar
literatuur:
- Meiss 1968, p. 95
- Harthan 1977, p. 89-92
- Backhouse 1997, nr. 134
- Parijs 2004, nr. 165
- Londen 2011, nr. 144
Ms Yates Thompson 37 getijdenboek, ca 1405-10 verluchting door werkplaats van Jacquemart de Hesdin: f. 159 Binnenkomst in Jerusalem; Meester van de Triniteit: f. 118v kruisiging; Pseudo-Jacquemart: f. 19 annunciatie; volgeling van Pseudo-Jacquemart: f. 36v visitatie, f. 47v geboorte, f. 83v, f. 103, 125v; werkplaats van Meester van Luçon: f. 53v aankondiging aan de herders, f. 58 aanbidding door de herders, f. 62 presentatie in de tempel. f. 66 vlucht naar Egypte, f. 72 kroning van de maagd; assistent van de Meester van Johannes de Doper: f. 122 pinksteren; Meester van de Nederige Madonna’s: f. 79 triniteit, f. 86 alle heiligen, f. 89 mis, f. 92 Madonna van de Nederigheid
literatuur:
- Meiss 1967, p. 275-7, 328-9
- Backhouse 1997, nr. 128
- Parijs 2004 (1), nr. 170
New York, Pierpont Morgan Library
Ms M 346 en M 346A schetsboek, Parijs, ca 1400, tekeningen van Jacquemart de Hesdin
literatuur:
- Scheller 1963, nr. 14
- Scheller 1995, p. 78-81
- Parijs 2004 (2), p. 117, nt 46, fig 82
- Parijs 2011, p. 157
Oxford, Bodleian Library
Ms Douce 62 getijdenboek, ca 1402 verluchting door Giovanni di fra Silvestro: merendeel van de miniaturen en hun randen; werkplaats van Jacquemart de Hesdin: f. 51v, 63r; de Meester van Étienne Loypeau: f. 171v
literatuur:
- Pächt & Alexander 1966 (I), nr.637, pl. XLIX
- Meiss 1974(1), p. 377
- Parijs 2004, p. 274
Parijs, Bibliothèque Nationale
Ms fr 13091 Psalter van Jean de Berry, Parijs of Bourges, ca 1386, verluchting door André Beauneveu, Jacquemart de Hesdin en Pseudo-Jacquemart
literatuur:
- Omont 1896, p. 1, nr. 13091
- Parijs 1904, nr. 67
- Leroquais 1940-1941, p. 144-146, nr. 375
- Parijs 1955, nr. 180
- Wenen 1962, nr. 102
- Meiss 1967, p. 135-154, 331-332
- Keulen 1978, vol. I, p. 63-64
- Parijs 1981, nr. 296
- Chatelet 2000, p. 54-57
- Parijs 2004 (1), nr. 42
Ms lat 919 Grandes Heures van Jean de Berry, Parijs, 1409, de thans ontbrekende ong. 17 bladvullende miniaturen waren van de hand van Jacquemart de Hesdin, 1 is teruggevonden, zie Parijs Musée du Louvre
literatuur:
- Parijs 1955, nr. 183
- Thomas 1971
- Chatelet 2000, p. 72-83
- Parijs 2004 (1), nr. 43A
Ms lat 18014 Petites Heures van Jean de Berry, Parijs (of Bourges), ca 1375-1380 verluchting begonnen door Jean le Noir: o.a. miniaturen van de passie, voltooid door Jacquemart de Hesdin: o.a. f. 38r geboorte, de Pseudo-Jacquemart, Meester van de Triniteit en de Meester Vijf/Vijfde Meester in de jaren 1385-1390, 1 miniatuur (f 288v), waarop Jean de Berry op reis gaat, door de Gebroeders van Limburg, later, ca 1412, toegevoegd
literatuur:
- Delisle 1868-1871, I, p. 55, 58, 67, 348, 411, II, p. 339, III, p. 323
- Parijs 1904, nr. 69
- Delisle 1907, II, p. 175-187
- Martin 1923, p. 63, 64
- Panofsky 1953, p. 42-50
- Parijs 1955, nr. 182
- Wenen 1962, nr. 103
- Meiss 1967, p. 155-193
- Harthan 1977, p. 57, afb. 55
- Avril 1978, nr. 39
- Thomas 1979, nr. 15
- Parijs 1981, nr. 297
- Sterling 1987, nr. 16
- Avril & Reynaud 1993, nr. 2
- Chatelet 2000, p. 78-81
- Walther 2001, p. 224-7
- Parijs 2004 (1), nr. 41
Parijs, Musée du Louvre
Rf 2835 Losse miniatuur afkomstig uit de Grandes Heures de Jean de Berry, voorstellende de kruisdraging, Parijs, 1409
literatuur:
- Delisle 1884, p. 97-110, 281-292, 391-405
- Delisle 1907, II, p. 238-9, 284-6
- Leroquais 1927, I, p. 9-15
- Ring 1949, nr. 33
- Bourges 1951, nr. 6
- Cleveland 1967, nr. VI-26
- Thomas 1971
- Parijs 1981, nr. 298-299
- Parijs 2004 (1), nrs. 43A, 43B
- Nijmegen 2005, nr. III
- Parijs 2011, nr. 81, p. 157-159
Vaticaanstad, Biblioteca Apostolica Vaticana
Ms vat lat 50 – 51 Bijbel in 2 delen, Parijs, ca 1490 en Bourges, ca 1389-1394 verluchting door Jacquemart de Hesdin: folio’s 1 van beide volumes; Meester van de Triniteit en Meester van de Policraticus van John of Salisbury
Vaticaanstad, Biblioteca Apostolica Vaticana, Ms vat lat 50 – 51, folio 1 van beide volumes
literatuur:
- Delisle 1907, II, p. 223-4, nr. 2 bis, 271
- Meiss 1967, p. 194-198, 316-317, 342-343
- Parijs 2004 (1), nr. 44
Literatuur
- Delisle 1868-1871, I, p. 55, 58, 67, 348, 411, II, p. 339, III, p. 323
- Delisle 1884, p. 97-110, 281-292, 391-405, 105, nr. 22
- Guiffrey 1894-1896, I, p. CLXVI nr. 24; II, p. 132 nr. 1050
- Omont 1896, p. 1, nr. 13091
- Van den Gheyn 1901 (Catalogue, Tome 1), p. 446, nr. 719
- Parijs 1904, nrs. 67, 69, 70, 165
- Delisle 1907, II, p. 175-187, 223-4, nr. 2 bis, 238-9, 271, 225, 238 nr. 11, 98, 282-283, 284-6
- Herbert 1911, p. 252Martin 1923, p. 63, 64
- Fierens-Gevaert 1924
- Fierens-Gevaert 1927 (1), p. 17-25
- Leroquais 1927, I, p. 9-15
- De Ricci 1935-1940, I, nr. 177
- Gaspar & Lyna 1937 (1984), p. 399-409
- Leroquais 1940-1941, p. 144-146, nr. 375
- Baltimore 1949, nr. 80
- Ring 1949, nr. 33
- Bourges 1951, nr. 6
- Panofsky 1953, p. 42-50
- Los Angeles 1953-1954, nr. 48
- Parijs 1955, nrs. 180, 182, 183, 184, 186, 190
- Diringer 1958, p. 398
- Delaissé 1959, nrs. 19-20
- Porcher 1959, p. 60
- Baltimore 1962, nr. 43
- Wenen 1962, nrs. 102, 103, 108
- Scheller 1963, nr. 14
- Pächt & Alexander 1966 (I), nr.637, pl. XLIX
- Cleveland 1967, nr. VI-26
- Meiss 1967, p. 135-154, 155-193, 189, 194-198, 198-202, 209-228, 265, 298, 310-11, 316-317, 319, 331-332, 360, 383 n. 97, platen 78, 79, 86, 90-96, 114, 168, 169, 171, 177, 178, 181-198, 275-277, 281-286, 328-329, 342-3, II, figs. 617, 622
- Meiss 1968, p. 95
- Thomas 1971
- Meiss 1974, I, p. 361, 377, 408, 410, 414
- Harthan 1977, nrs. 55, 58, 59, p. 89-92
- Avril 1978, nrs. 31, 39
- Keulen 1978, vol. I, p. 63-64
- Thomas 1979, nrs. 13, 14, 15
- Parijs 1981, nr. 296, 297, 298, 299
- Euw & Plotzek 1982, band 3, nr. XIII 3, p. 236
- Brussel 1986, nr. 5
- Sterling 1987, nr. 16
- Wieck 1988 (2001), nr. 15, kl. pl. 19
- Randall 1989, nr. 76
- Avril & Reynaud 1993, nr. 2
- Scheller 1995, p. 78-81
- Bousmanne, Cockshaw, Schmidt et alii 1996
- Backhouse 1997, nrs. 128, 134
- Smeyers 1998, p. 182-185
- Chatelet 2000, p. 54-57, 72-100
- Komada 2000, III, nr. 35, p. 756-58
- Rouse & Rouse 2000, I, p. 290, 400 n. 27
- Walther 2001, p. 224-227
- Bovey 2002, p. 26-27, pl. 22
- Lindqvist Sandgren 2002, p. 60-62
- Parijs 2004 (1), nrs. 41, 42, 43A, 43B, 44, 45, 170; p. 274
- Parijs 2004 (2), p. 117, nt 46, fig 82
- Nijmegen 2005, nr. III
- Londen 2011, nr. 144