Jean Perréal
Frans paneelschilder en boekverluchter, geboren ca 1460, mogelijk in Parijs, overleden in 1530 te Parijs. Gedocumenteerd werkzaam vanaf 1483. Wordt ook genoemd Jean de Paris. Jean Perréal was hofschilder en valet de chambre van Karel VIII (op grond waarvan Perls 1935 hem, destijds nog niet zijn echte naam kennende, noemde de Meester van Karel VIII), Lodewijk XII, Anne van Bretagne, Francis I, alsmede, tussen 1505 en 1512, van Margaretha van Oostenrijk, hertogin van Savoie.
Woonde in Lyon, hoewel zijn werkzaamheden hem veelvuldig verplichtten tot het doorbrengen van aanzienlijke periodes aan het hof te Parijs en elders. Naast schilderwerk en boekverluchting hield Perréal zich ook bezig met het ontwerpen van gebouwen, het maken van gedichten, alchemie en diplomatie. Perréal stond in hoog aanzien van zijn tijdgenoten. De beroemde Vlaamse dichter Jean Lemaire de Belges noemde hem zelfs een tweede Apelles.
Ondanks deze waardering van tijdgenoten en wetenschappelijk belangstelling voor Jean Perréal duurde het tot 1963 alvorens een kunstwerk met zekerheid aan hem kon worden toegeschreven. Sterling 1963 herontdekte een, naar men aannam, verloren gegaan frontispice van een handschrift te Parijs, Bibliothèque Sainte-Geneviève, ms. 3220. Dit frontispice, een allegorische voorstelling van de Natuur en de Alchemist, werd halverwege de 19e eeuw uit dit handschrift gesneden en bevindt zich thans te Parijs, Musée Marmottan, Wildenstein Collection, nr. 147. Het handschrift was de presentatiekopie voor Francis I van het door Jean Perréal zelf gemaakte gedicht over alchemie: La Complainte de Nature a l’alchimiste.
Perréal schilderde kort na hun huwelijk in 1491 twee prachtige portretten van Karel VIII en Anne de Bretagne, thans als omslag toegevoegd aan een voorts middelmatig handschrift, bewaard in Parijs, Bibliothèque Nationale, ms. Lat 1190.
De overgebleven werken van Perréal suggereren dat hij met name uitblonk in het schilderen van portretten. Hoewel onbekend is waar hij zijn opleiding genoot, ontleent Perréal veel van zijn stijl aan de Vlaamse meesters uit Brugge en Brussel, met name waar het betreft de realistische weergave van zijn gezichten. Behoudens de al genoemde portretten van Karel VIII en Anne van Bretagne, vinden we ook portretten van zijn hand terug in een handschrift in Londen (British Library, ms. Stowe 955, f. 17r, weergave van zijn vriend Pierre Sala, in diens Enigmes, geschreven voor diens toekomstige echtgenote Marguerite Bullioud), in een handschrift in Parijs (Bibliothèque Nationale, ms. Lat 1363, portret van een jonge man/opdrachtgever van het handschrift) en in een getijdenboek in Baltimore (Walters Art Gallery, ms. W 447, f. 128r geknielde opdrachtgever, in aanbidding voor Maagd en Kind, gepresenteerd door Johannes de Evangelist).
Catalogus
Baltimore, Walters Art Gallery
Ms W 447 getijdenboek, Parijs, ca 1500 f. 128r: geknielde opdrachtgever, in aanbidding voor Maagd en Kind, gepresenteerd door Johannes de Evangelist door Jean Perréal
Londen, British Library
Ms Stowe 955 Pierre Sala, Enigmes, dit autrefois Emblesmes et devises d’amour, Lyon, ca 1500-1505, portret van Pierre Sala op f. 17r door Jean Perréal, overige verluchting door de Meester van de Chronique scandaleuse
literatuur:
- O’Conor 1818-1819, I, p. 57
- Catalogue Stowe Manuscripts 1895-1896, I. Nr. 955
- Ring 1949, nr. 331
- Backhouse 1983, nr. 22 pp. 169-74
- Avril & Reynaud 1993, nr. 208
- Backhouse & Giraud 1994
- Backhouse 1997, nr. 194
- Burin 2001, p. 39
- Inglis 2008, nr. 14
- Cifarelli 2010
- New Haven 2011, nr. 89
- Lyon 2015, nr. 67-68
Parijs, Bibliothèque Nationale
Ms lat 1190 fragment van een getijdenboek, Parijs, ca 1492-1495
literatuur:
- Léroquais 1927, I, p. 137, pl. XCIX-C
- Parijs 1955, nr. 340
- Nantes 1961, nr. 60
- Parijs 1972, nr. 655
- Parijs 1991, nr. 32
- Avril & Reynaud 1993, nr. 206
Ms lat 1363 getijdenboek, Parijs, ca 1495-1498, portret op f. 22v door Jean Perréal, overige verluchting te Lyon, ca 1490-1500 door Meester van de Histoire Ancienne
literatuur:
- Léroquais 1927, I, p. 174-177, pl. XCI
- Parijs 1955, nr. 338
- Avril & Reynaud 1993, nr. 207
- Burin 2001, nr. 32
Parijs, Musée Marmottan, Wildenstein Collection
Nr. 147 frontispice met een allegorische voorstelling van de Natuur en de Alchemist, oorspronkelijk behorende bij Parijs, Bibliothèque Sainte-Geneviève, ms. 3220, Jean Perréal, La Complainte de Nature a l’alchimiste, Parijs, 1516
literatuur:
- Avril & Reynaud 1993, p. 365
Literatuur
- O’Conor 1818-1819, I, p. 57
- Catalogue Stowe Manuscripts 1895-1896, I. Nr. 955
- Léroquais 1927, I, p. 174-177, pl. XCI ; p. 137, pl. XCIX-C
- Blum & Lauer 1930, p. 90, pl. 69c
- Perls 1935
- Ring 1949, nr. 331
- Parijs 1955, nrs. 338, 340
- Nantes 1961, nr. 60
- Parijs 1972, nr. 655
- Backhouse 1983, nr. 22 pp. 169-74
- Malibu-New York-London 1983, nr. 22
- Parijs 1991, nr. 32
- Avril & Reynaud 1993, p. 365-369, nrs. 206, 207, 208
- Backhouse & Giraud 1994
- Backhouse 1997, nr. 194
- Burin 2001, p. 37-39, nrs. 32, 46
- Inglis 2008, nr. 14
- Cifarelli 2010
- New Haven 2011, nr. 89
- Lyon 2015, nr. 67-68
- Bradley 1887-1889
- Thieme-Becker 1907-1950, XXVI, p.
- D’Ancona & Aeschlimann 1949, p.