Meester van Cornelis Croesinck
Master of Cornelis Croesinck | Maître de Cornelis Croesinck
Noord-Nederlands boekverluchter, werkzaam rond 1490. Behoorde tot de groep van de Zwarte-Ogen Meesters. Hoewel deze meester niet op gelijke hoogte staat met de Meester van het Bezborodko getijdenboek, de belangrijkste van de Zwarte-Ogen meesters, bezit zijn werk toch een decoratieve en schilderachtige rijkdom, die zich uit in de figuren, levende kleuren en de mooie en gevarieerde randen.
De meester van Cornelis Croesinck ontleent zijn naam aan een getijdenboek dat hij verluchtte voor de houtvester Cornelis Croesinck en diens echtgenote Hildegard van Alkemade (New York, Pierpont Morgan Library, Ms M 1078).
Nog rijker verlucht evenwel is een getijdenboek dat thans te Den Haag wordt bewaard (135 E 19). De versiering hiervan vertoont duidelijke invloed van de Zuid-Nederlandse (Vlaamse) boekverluchtingskunst.
Terwijl één van de kenmerken van Noord-Nederlandse randversiering is dat de ranken op blank perkament zijn geschilderd, zien we hier plotseling gekleurde velden rond tekst en miniaturen, waarop in navolging van de Gent-Brugse strooirand bloemen en bladeren liggen. Ook het plaatsen van tekstblokken die naar het schijnt een op de betreffende pagina geschilderde grote miniatuur ten dele aan het oog onttrekken bewijst deze Zuid-Nederlandse invloed.
Een opvallend aspect is voorts dat de miniaturen niet, zoals in Noord-Nederland gebruikelijk, los zijn toegevoegd aan het handschrift, maar deel uitmaken van de katernen.
Catalogus
Den Haag, Koninklijke Bibliotheek
Ms 135 E 19, gebedenboek, ca 1490-1495
literatuur:
- Den Haag 1980, nr. 77
- Brandhorst & Broekhuijsen-Kruijer 1985, nr. 308
- Utrecht/New York 1989, nr. 102
- Van Os 1994, p. 96, 97
New York, Pierpont Morgan Library
Ms M 1078 getijdenboek van Cornelis Croesinck, ca 1494
literatuur:
- New York 1892, nr. 13
- Utrecht/New York 1989, nr. 101
Literatuur
- New York 1892, nr. 13
- Den Haag 1980, p. 189, nr. 77
- Brandhorst &Broekhuijsen-Kruijer 1985, nr. 308
- Utrecht/New York 1989, p. 285-288, nrs. 101, 102
- Van Os 1994, p. 96, 97