Meester van Johannes op Patmos van het Breviarium van Isabella van Castilië
(eigen naam, rw)
Vlaams paneelschilder en/of boekverluchter, werkzaam rond 1488-1490 in Brugge. Hij ontleent zijn door schrijver dezes gegeven naam aan de door hem uitgevoerde miniatuur met Johannes op Patmos in het Breviarium van Isabelle van Castilië, thans bewaard in de British Library te Londen (ms. Add. 18851).
Deze door Kren in Malibu-New York-London 1983-1984, p. 46 als “conceivably the most beautiful miniature in Flemish illumination” aangeduide verluchting werd en wordt, samen met een drietal andere miniaturen (f. 29r geboorte, f. 41r aanbidding door de wijzen, f. 297r Sint Barbara) uit dit handschrift, weleens aangemerkt als werk van de beroemde Vlaamse primitief Gerard David. Al sinds Dibdin het handschrift in 1817 als eerste publiceerde worden de vier hiervoor aangeduide miniaturen uitgelicht als de beste, waaronder dus de Johannes op Patmos, welke Dibdin beschouwde als de “choicest illumination in the volume” en welke hij toeschreef aan dezelfde hand die de Aanbidding en Geboorte verluchtte.
Winkler 1925, p. 176 spreekt van: “Vier besonders schöne Einzelblätter die sich durch den dicken Farbenauftrag wie durch den Stil zu erkennen geben, rühren wohl von Gerard David her. Drei von ihnen (Hl. Barbara, Anbetung der Könige und Anbetung des Kindes) ähneln seinem Jugendstil ausserordentlich, z.T. wiederholen sie seine Kompositionen. Das vierte Bild (Johannes auf Patmos) weicht hingegen etwas ab doch besitzen wir keine gesicherte Darstellung dieses Gegenstandes von David.”
Kren in Malibu-New York-London 1983-1984, p. 46 wijst erop dat de miniatuur met Johannes op Patmos kenmerken vertoont van werk dat wordt toegeschreven aan de Meester van Jacobus IV van Schotland alias Gerard Horenbout. Tegelijk noemt hij echter de nuanceringen van licht en kleur meer verfijnd, de anatomie meer overtuigend en de vormen en contouren scherper. Met name de behandeling van handen en voeten verraden de gevoeligheid van David’s toets. Voor de weergave van het landschap daarentegen bestaat volgens Kren geen equivalent in het werk van David.
Brinkmann 1997, I, p. 137 schrijft: “Diese Beobachtungen bestätigen Winklers Zuweisung aller vier Miniaturen an eine Hand, einen Künstler, der in der Buchmalerei eine Ausnahmeerscheinung bleibt und den man aller Wahrscheinlichkeit nach mit Gerard David identifizieren darf. Lediglich beim Bild des Evangelisten Johannes hat sich in jüngster Zeit der Widerstand gegen die Zuschreibung verfestigt. … Darunter liegt meines Erachtens eine von Gerard David völlig fertiggestellte Miniatur”. Kren en Ainsworth in Los Angeles-London 2003-2004, p. 350 tenslotte zijn van mening dat de Johannes op Patmos nauwer aansluit bij werk van de reeds genoemde Meester van Jacobus IV van Schotland alias Gerard Horenbout en de Meester van de Lübeck Bijbel, daarmee een toeschrijving aan Gerard David afwijzende. Dit alles in aanmerking genomen heeft de schrijver dezes ervoor gekozen de miniatuur toe te schrijven aan een anoniem Vlaams kunstenaar wiens naam vooralsnog enkel en alleen met zijn naamgevende miniatuur verbonden kan worden.
Catalogus
Londen, British Library
Ms add 18851 Breviarium van Isabella van Castilië, Brugge en waarschijnlijk Gent, ca 1488-1490 en voor 1497, verluchting door Gerard David; de Meester van het Dresdense Gebedenboek; de Meester van Jacobus IV van Schotland; de Meester van Johannes op Patmos van het Breviarium van Isabella van Castilië: f. 309r Johannes op Patmos; de Meester van de Kalender van het Breviarium van Isabella van Castilië
literatuur:
- Dibdin 1817, I, p. clxiii-clxviii||Winkler 1925, p. 95, 98, 176-177
- Malibu-New York-London 1983-1984, nr. 5
- Brinkmann 1997, I, p. 13, 113, 131-143, 242, 264, 298-9, 307, 314, 317, 345, 357, 370-1
- Smeyers 1998, p. 476-477
- Los Angeles-London 2003-2004, nr. 100
Voor verdere literatuur zie onder: Gerard David
Literatuur
- Dibdin 1817, I, p. clxiii-clxviii
- Winkler 1925, p. 95, 98, 176-177
- Malibu-New York-London 1983-1984, nr. 5
- Brinkmann 1997, I, p. 13, 113, 131-143, 242, 264, 298-9, 307, 314, 317, 345, 357, 370-1
- Smeyers 1998, p. 476-477
- Los Angeles-London 2003-2004, nr. 100