Meester van de Vederwolken
Noord-Nederlands of Vlaams boek-verluchter, werkzaam tussen ongeveer 1450 en 1475 in zowel Utrecht als de Zuidelijke Nederlanden, met name in Gent. Is ook wel genoemd de Meester van het Passionale van Londen, zulks naar een in de British Library bewaard manuscript (ms add 18162).
Hij werkte met onder meer de Meester van Evert Zoudenbalch en de Meester van Gijsbrecht van Brederode samen aan de versiering van de Bijbel van Evert Zoudenbalch. In vergelijking met deze grote Utrechtse miniaturisten was de Meester van de Vederwolken een middelmatig kunstenaar.
Hij schilderde in nogal matte kleuren en maakte eenvoudige composities zonder franje. Zijn figuren met enigszins grote hoofden en stereotype gebaren lijken alle op elkaar. De personages die deze meester tekende hebben ronde hoofden die dikwijls buitenproportioneel groot zijn. Hij schilderde karakteristieke gezichten met dikke, zware oogleden Zijn figuren zijn gedrongen met hoekige ledematen en handen. De pupillen van de ogen zijn groot en staan dikwijls niet in het midden van het oog.
De landschappen die hij schilderde waren eenvoudig, met een intens blauwe hemel waarin kleine parallelle cirruswolken zweven, de vederwolken waaraan hij zijn noodnaam ontleent.
De figuren werden veelal in de voorgrond geplaatst en hij probeerde ruimte te suggereren door overlappende heuvels in het landschap te plaatsen met daartussen een rivier of een bochtige weg. Hij plaatste vaak gestileerde bomen aan weerszijden van de scène. Zijn kennis van het perspectief is matig.
In de binnenshuis taferelen creëerde hij ruimte met een terugwijkende getegelde vloer, maar hij slaagde er dikwijls niet in om de andere elementen van het interieur daar correct in te kaderen.
In zijn miniaturen kopieerde hij soms naar houtsneden uit de Biblia Pauperum. Vermoed wordt dat hij zelf ook als ontwerper van houtsneden werkzaam is geweest.
Catalogus
Amsterdam, Universiteitsbibliotheek
Ms XXV C 26 getijdenboek voor de St. Pietersabdij, Gent, ca 1450-1460
Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I
Ms II 7619 getijdenboek van Jan van Amerongen/ Mary van Vronensteyn, ca 1460 verluchting door Meester van de Vederwolken en de Meester van Evert Zoudenbalch en anderen
literatuur:
- Brussel 1971, nr. 40
- Utrecht/New York 1989, nr. 62
Den Haag, Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum
Ms 10 F 3 getijdenboek, ca 1465-70
Ms 78 D 39 historiebijbel, ca 1467
literatuur:
- Byvanck 1937, p. 88, 100, 138-9, figs. 218-221
- Scillia 1982, p. p. 25, 30, 37, fig. 1, 19
- Brandhorst & Broekhuijsen-Kruijer, 1985, nr. 253
- Utrecht/New York 1989, p. 216
- Fitzgerald 1992, p. 91
- Van der Vlist 2011, p. 118, afb. op p. 118
Londen, British Library
Ms add 18162 Legenda Aurea in het Middelnederlands (Het Passyonael van den Heyligen), ca 1465
literatuur:
- Scillia 1982
Parijs, Bibliotheque Nationale
Ms fr 623 Livre des simples médecines, ca 1460-1480
Utrecht, Rijksmuseum Het Catharijneconvent
Abm 21 getijdenboek, ca 1460-75
literatuur:
- Wüstefeld 1993, p. 144
Abm 22 getijdenboek, ca 1460-75
literatuur:
- Vogelsang 1899, p. 87
- Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 109
- Brussel 1971, nr. 44
- Wüstefeld 1993, p. 144
Stuttgart, Württembergische Landesbibliothek
Cod brev 162 gebedenboek van Sachsenheim, verluchting door Lieven van Lathem of Dreux Jehan; de Meester van de Vederwolken was een minder belangrijke medewerker
literatuur:
- Smeyers 1998, p. 278 en noot 69, p. 414
Wenen, Osterreichische Nationalbibliothek
Cod 2771-2772 Bijbel van Evert Zoudenbalch, Utrecht, kort na 1460, verluchting door Meester van Evert Zoudenbalch: o.a. cod 2771: f. 9r, 10r, 49v, 129v, 165r, 166v, 173r, 174v, 218v; Meester van Gijsbrecht van Brederode; Meester van de Vederwolken: o.a. cod 2772: f. 198v, 231r; en nog 3 anonieme verluchters
literatuur:
- Byvanck/Hoogewerff 1925, nr. 102
- Brussel 1971, nr. 25
- Pacht-Jenni 1975, p. 43-85, kl. pl. IV-VI, figs. 80-261
- Utrecht/New York 1989, nr. 61
- Fingernagel & Gastgeber 2003, nr. IV.5
Voor verdere literatuur zie onder Meester van Evert Zoudenbalch
Literatuur
- Vogelsang 1899, p. 87
- Byvanck/Hoogewerff 1925, nrs. 102, 109
- Byvanck 1937, p. 88, 89-91, 100, 138-9, figs. 218-221
- Brussel 1971, nrs. 25, 40, 44
- Pacht-Jenni 1975, p. 43-85, kl. pl. IV-VI, figs. 80-261
- Hindman 1977 (2), p. 4, 10, 103, 127, 132-133
- Scillia 1982
- Brandhorst & Broekhuijsen-Kruijer,
1985, nr. 253 - Utrecht/New York 1989, p. 198, 201-206, 214, 216, nrs. 61-62
- Fitzgerald 1992, p. 91
- Wüstefeld 1993, p. 144
- Cardon 1996, p. 412
- Smeyers 1998, p. 278 en noot 69, p. 414
- Fingernagel & Gastgeber 2003, nr. IV.5
- Van der Vlist 2011, p. 118, afb. op p. 118