Meesters van de Zwolse Bijbel
Groep van Noord-Nederlandse boekverluchters (waaronder de hierna uitgebreider aan bod komende Henricus Wachtendonck, Arnoldus Vollenhoe, Petrus Bree en Hermannus Coevordie), werkzaam in Zwolle, die haar naam ontleent aan de verluchting van de Zwolse Bijbel, thans bewaard in de Utrechtse Universiteitsbibliotheek.
Deze monumentale bijbel in zes delen van elk zo’n 56 cm hoog, 48 cm breed en 15 cm dik heeft altijd al een grote indruk gemaakt. Dat is een van de redenen waarom wij zoveel van dit handschrift weten. Van alle in de Noordelijke Nederlanden vervaardigde handschriften geldt het wel als datgene waarover de meeste gegevens bekend zijn.
In het colofon van het zesde deel staat expliciet vermeld dat de opdrachtgever voor het vervaardigen van de bijbel Hermannus Droem was, de deken van het kapittel van St. Marie, een van de kapittelkerken van Utrecht. Ook weten we waar het handschrift vervaardigd werd: in het Fraterhuis van de Broeders des Gemenen Levens te Zwolle, ook wel Gregoriushuis genoemd.
De prijs die Hermannus Droem aan de broeders voor de zes delen heeft moeten betalen, werd afgerond op het aanzienlijke bedrag van 500 goudgulden, waarvoor in die tijd bijvoorbeeld twee statige kapittelhuizen aangekocht konden worden. Een groot deel hiervan zal besteed zijn aan de niet minder dan 850 kalfshuiden die nodig waren om de bladen van de zes delen te prepareren.
Uit de kroniek van het Zwolse Fraterhuis weten we ook wie de schrijver, de kopiist, was die alle zes delen geschreven heeft. Het was Jacobus van Enckhuysen (†1483), de librarius (degene die over het scriptorium ging) van het Fraterhuis. Van 1464 tot en met 1476 heeft Jacobus bijna onafgebroken aan de bijbel gewerkt. Nadat de bijbel voltooid was en in 1476 in Utrecht was afgeleverd, heeft Hermannus Droem – als hij tenminste nog leefde, want hij is in hetzelfde jaar gestorven – de delen kunnen overgedragen aan de bibliotheek van de Mariakerk.
De tekst van de Zwolse Bijbel is die van de Windesheimse revisie van de Vulgaat, die bedoeld was om, in het kader van de doelstellingen van de Moderne Devotie in het algemeen en die van de Windesheimse Congregatie in het bijzonder, te komen tot een zo uniform mogelijke bijbeltekst.
De tekst komt in hoge mate overeen met de tekstredactie van de bekende, vijfdelige bijbel die Thomas a Kempis tussen 1427 en 1439 in het klooster op de Agnietenberg bij Zwolle schreef en die nu in Darmstadt bewaard wordt (Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, Hs. 324).
De bijbel was oorspronkelijk geïllumineerd met 125 gehistorieerde en gedecoreerde initialen op bladzijden waarvan een of meer marges versierd zijn met geschilderde randversiering. Zij markeren het begin van een bijbelboek of van de prefaties en de gehistorieerde initialen bevatten de afbeelding van een scène uit het betreffende bijbelboek. Helaas ontbreken er 49 van deze initialen.
Veel bladen waarop miniaturen voorkwamen, zijn in hun geheel uitgesneden, terwijl sommige initialen uit bladen gesneden zijn die op zichzelf nog aanwezig zijn. Drie initialen zijn echter in de laatste twee decennia van de twintigste eeuw weer teruggevonden of op een veiling aangekocht. Daarnaast huist een initiaal met Koning Salomon en Bathseba in een privécollectie in Europa (aldus Boston 2000, nr. 42), In totaal zijn er dus nog 77 initialen over, waarvan er 22 gehistorieerd zijn.
De initialen in het eerste deel – waaronder de hier getoonde, waarop Samson de deuren van de stadspoort van Gaza wegdraagt – zijn duidelijk van een andere hand (of handen) dan de initialen van de delen 2 t/m 6, die veel ‘moderner’ aandoen.
In de kroniek van het Zwolse Fraterhuis worden twee namen genoemd van broeders die handschriften illumineerden en die beiden op hoge leeftijd in 1472 zijn overleden: Henricus Wachtendonck en Arnoldus Vollenhoe. Er worden tevens twee namen genoemd van illuminerende broeders die pas in 1483 respectievelijk 1484 stierven: Petrus Bree en Hermannus Coevordie.
Wat ligt meer voor de hand dan de illuminatie van het eerste deel toe te schrijven aan een van de oude broeders, of beide, wier taak dan na hun dood overgenomen werd door de twee jongeren?
Werk van de verluchter of verluchters aan wie de illuminatie in de delen 2 t/m 6 te danken is, wordt ook aangetroffen in een aantal andere handschriften, vooral getijdenboekjes, die eveneens afkomstig zijn uit Zwolle.
De beste kwaliteit verluchting door de Meesters van de Zwolse Bijbel is terug te vinden in een getijdenboek dat thans wordt bewaard in Cambridge. De meester die verantwoordelijk is voor de verluchting van dit handschrift kan overigens niet worden geïdentificeerd met ook maar één initiaal uit de Zwolse Bijbel. Deze nogal individuele hand van hoge kwaliteit kenmerkt zich door scherp getekende gezichten, handen en andere zichtbare lichaamsdelen, zwaar aangezette amandelvormige ogen en een schaduwwerking door middel van arceringen in plaats van het gebruik van kleuren in een donkerder tint zoals andere Zwolse Meesters dat doen.
De Zwolse Meesters gebruikten voor hun miniaturen vaak houtsneden en gravures als voorbeelden. Exemplaren van blokboeken als de Biblia Pauperum en de Speculum Humanae Salvationis moeten in de werkplaats voorhanden zijn geweest. Dit geldt echter niet voor de meesters die het 1e deel van de Zwolse Bijbel uitvoerden: hun composities kenmerken zich door originaliteit, niet beïnvloed door prenten of andere voorbeelden.
De stijl van verluchten in het 2e tot en met 6e deel van de Zwolse Bijbel wordt gekarakteriseerd door een delicate, sobere manier van schilderen, waarbij de composities nooit overdadig zijn uitgewerkt. De figuren zijn veelal geplaatst in tamelijk eenvoudige, niet erg uitgewerkte landschappen, of in al even eenvoudige interieurs. Het kleurgebruik is tamelijk beperkt, waarbij vooral roze, rood, blauw en groen veel gebruikt zijn. De kleuren zijn vaak erg licht, waardoor de verluchting een heldere, bijna transparante indruk maakt.
De hierna onder de catalogus opgenomen handschriften verschillen qua kwaliteit van de verluchting nogal van elkaar. Handschrift 133 H 31 in Den Haag is bijvoorbeeld verlucht door de slechtste schilder van de Zwolse Meesters. De miniaturen zijn onbeholpen geschilderd, in lelijke kleuren en zonder gevoel voor proporties en perspectief. Deze ongepolijste devotieplaatjes, zoals Wierda 1995, p. 104 zegt, zijn wel een heel zwakke afspiegeling van de miniaturen in bijvoorbeeld de handschriften in Brussel IV 999 en Cambridge 4103.
Baltimore, Walters Art Gallery, Ms. W 918, f. 13r: annunciatie, 114r: Gethesemane, 128v: laatste oordeel, f. 149v: hel
Catalogus
Baltimore, Walters Art Gallery
Ms W 918 getijdenboek, Zwolle, ca 1470
Boston, Public Library
Ms F MED 73 Johannes Andreae, Hieronymianus, Oost Nederland, ca 1475-1490 Meesters van de Zwolse Bijbel (?)
literatuur:
- Boston 2016, nr. 22
Ms Q MED 172 getijdenboek, Zwolle, ca 1475-1480
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 8
- Boston 2016, nr. 127
Brussel, Koninklijke Bibliotheek
Ms IV 999
literatuur:
- Wierda 1995, p. 102
Cambridge, University library
Ms add 4103 getijdenboek, Zwolle, ca 1470
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 85
- Cambridge 2005, nr. 92
Den Haag, Koninklijke Bibliotheek
Ms 133 H 31, ca 1470-1490
literatuur:
- Wierda 1995, p. 104
Londen, British Library
Ms add 29887
literatuur:
- Wierda 1995, p. 101
Ms Royal 1 C V en 1 C VI tweedelige bijbel, Zwolle, ca 1450-1451 met latere toevoegingen Vlaanderen of Engeland, ca 1520
literatuur:
- London 2011-2012, nr. 43
Parijs, Les Enluminures
Ms BOH 94 getijdenboek, Zwolle, ca 1470-1480 1 volbladminiatuur en 3 gehistorieerde initialen door de Meesters van de Zwolse Bijbel
Parijs, Les Enluminures, Ms BOH 94, f1v-2r: Annunciatie en Maria met Kind
Privéverzameling, Europa
Losse initiaal afkomstig uit de Zwolse Bijbel met Koning Salomon en Bathseba, afkomstig uit vol. 2, f. 76 (zie Utrecht, Universiteitsbibliotheek, ms. 31), Zwolle, 1465
literatuur:
- Boston 2000, nr. 42
Rotthalmünster, Antiquariat Heribert Tenschert
Ms s.n. getijdenboek
Utrecht, Rijksmuseum het Catharijneconvent
Ms ABM 5 en ms fragm. 45 twee losse initialen afkomstig uit de Zwolse Bijbel met Johannes de Evangelist en Mozes met de wetstafelen, afkomstig uit resp. vol. 5, f. 92 en vol. 1, f. 195 (zie Utrecht, Universiteitsbibliotheek, ms. 31), Zwolle, 1465
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 84
- Boston 2000, p. 98
Ms ABM 111 fragment uit een hymnarium met Sint Bernardus die het Kruis omhelst, ca 1480
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 87
Ms BMH 63
literatuur:
- Wierda 1995, p. 101
Utrecht, Universiteitsbibliotheek
Ms 15 C II losse initiaal afkomstig uit de Zwolse Bijbel, afkomstig uit vol. 4, f. 243 (zie Utrecht,
Universiteitsbibliotheek, ms. 31), Zwolle, 1465
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 84
- Boston 2000, p. 98
Ms 31 deel I t.e.m. VI Zwolse Bijbel, Zwolle, 1465
literatuur:
- Van der Horst 1989, nr. 76
- Utrecht/New York 1989, nr. 84
- Boston 2000, p. 98
Verenigde Staten, priveverzameling
Getijdenboek, ca 1470-1475 verluchting door de Meesters van de Zwolse Bijbel: alle 14 volbladminiaturen, en de Meesters van Margriet Uutenham: rest van de decoratie
literatuur:
- Utrecht/New York 1989, nr. 88
Literatuur
- Byvanck-Hoogewerff 1925, nr. 98
- Hoogewerff 1936-1947, II, p. 301-304
- Byvanck 1937, p. 96, 155
- Hulshof 1944, p. 178
- Lieftinck 1959
- Utrecht 1984, nr. 55
- Van der Horst 1989, nr. 76
- Van der Horst 1989 (2)
- Utrecht/New York 1989, p. 244-251, nrs. 84-88
- Wierda 1991
- Wierda 1995, p. 9, 12, 14-15, 21-22, 32, 45, 67, 99-100, 165, pl. 14, afb. 74 (over Zwolse Bijbel); zie ook p. 100-104 over Zwolse Meesters
- Boston 2000, nr. 42, p. 98
- Cambridge 2005, nr. 92
- Boston 2016, nrs. 22, 127